top of page

Moeite met veranderingen

“Sinds Beysa in het middelbaar zit, heeft ze zeer veel moeite met veranderingen. Elk lesuur een andere leraar en een ander vak, dat kan ze maar moeilijk plaatsen. Ze heeft daarnaast moeite om de juiste cursussen en handboeken elke dag mee te nemen en vergeet bijna elke les wel iets.”

Methode 1: structuur in de ruimte brengen

Voor kinderen is het klaslokaal vaak onoverzichtelijk waardoor het kind zich niet veilig voelt. Natuurlijk blijkt het voor andere leerlingen die andere probleemgedragingen vertonen of voor leerlingen zonder beperking ook heel nuttig om structuur in de ruimte te bieden. Voor het aanbrengen van structuur in het klaslokaal is het goed op de volgende zaken te letten:

-       Vaste werkplek: kinderen moeten een vaste plaats in de klas hebben. Indien nodig, probeer deze plek af te schermen van de vele prikkels die de leerling zal opvangen tijdens de les. Dit kan eventueel gevisualiseerd worden door het gebruik van naamkaartjes, foto’s, pictogrammen… De jongere kan dit bijvoorbeeld zelf kiezen.

-       Vaste plaats voor materialen: leerlingen hebben vaak moeilijkheden met de verschillende plaatsen van materialen. Het is daarom aangeraden om in de kast bijvoorbeeld één plaats te voorzien voor de ringmappen, één plaats voor kladbladeren enzovoort. Zo weet de jongere waar hij alles kan vinden en blijft het voor hem overzichtelijk. Natuurlijk is het voor de andere kinderen ook heel gemakkelijk om steeds het materiaal op dezelfde plaats weer aan te treffen.

Methode 2: structuur in de materialen brengen

Belangrijk voor leerlingen maar ook voor andere leerlingen is het labelen van de verschillende materialen. Dit idee komt van de KIDS. Het makkelijkste voor de leerlingen is te werken met mappen in verschillende kleuren. Op deze manier vinden ze alles heel snel terug. Wanneer de volledige klas dit systeem toepast, zullen er veel minder problemen optreden tijdens bijvoorbeeld het maken van de boekentas. Een voorbeeld van een goede ordening zou zijn:

-       groene map: natuurwetenschappen;

-       blauwe map: aardrijkskunde;

-       grijze map: geschiedenis;

-       rode map: Nederlands;

-       gele map: Frans;

-       paarse map: Engels;

-       roze map: wiskunde;

-       …

 

Het gebruik van een huiswerkmap is zeker ook een goed idee. Hierin kan je bijvoorbeeld voor de leerlingen die net dat duwtje extra nodig hebben een papier insteken, waarin duidelijk wordt welke dag ze wat nodig hebben.

bottom of page